kop

Ocan’s Spotlight: Kenneth Cuvalay

Nederland telt meer dan 150.000 inwoners met wortels in Curaçao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Duizenden hiervan zijn op hun eigen manier succesvol. Stichting Ocan plaatst dit jaar elk week één van hen in de Spotlight. Deze week de Statiaanse klinisch manager, Kenneth Cuvalay, initiatiefnemer van Mental Health Caribbean en voorzitter van stichting The Quill.

 

"Vanaf mijn achtste werk ik, want mijn moeder was arm. Ze had dertien kinderen om op te voeden; zeven kinderen en zes kleinkinderen, nadat mijn oudste zus was overleden. Op mijn twaalfde ging ik naar St. Maarten. Met het geld dat ik verdiende als pool- en beachboy in het Little Bay Beach Hotel kocht ik kleding en spullen die ik naar mijn moeder stuurde. Op mijn veertiende ging ik naar Curaçao als verstekeling op een vrachtschip. Ik had geen geld voor een ticket. Ik werkte twee jaar bij het Hilton en daarna twee jaar bij het Sheraton in Aruba. Uiteindelijk vertrok ik naar Amsterdam waar ik bij het Hilton werkte en in drie jaar mijn mavodiploma haalde. Na een aantal jaren ging ik met mijn vrouw en twee kinderen terug naar St. Eustatius en werkte ik voor Statia Terminal, nu NuStar. Maar wegens principiële bezwaren tegen vervuiling nam ik ontslag. Ik schreef enige tijd voor de Amigoe over lokale corruptie en andere misstanden, zodat ik persona non grata werd op St. Eustatius. Als gevolg van represailles moest ik uiteindelijk mijn huis verkopen en ging naar Saba. De keuze voor verpleegkunde was een suggestie van een vrouw waarmee ik in gesprek was. Ze hoorde hoeveel zorgen ik me maakte over mijn mensen en zei dat verpleegkundige een goede basis was om hen te helpen. Ik volgde de interne opleiding in het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg waar ik jaren werkte. Na een tijdje op afdeling intensive care te hebben gewerkt, ging ik werken in de psychiatrie en verslavingszorg. Eerst bij de Symbion in Rotterdam en na enkele jaren bij Novadic-Kentron in Brabant. Uiteindelijk werd ik door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd voor het opzetten van de psychiatrische en verslavingszorg op St. Eustatius."

 

Obstakel

"Ik heb een mooie erfenis achtergelaten, toen ik vorig jaar afscheid nam bij Mental Health Caribbean. Maar die instelling is niet uit de lucht komen vallen. Op Saba en St. Eustatius was geen enkele vorm van psychiatrische of verslavingszorg behalve een psychiater van Curaçao die de eilanden bezocht. Ik ging dus aan het werk in een vacuüm. In het begin had ik geen personeel of backup, maar deed alles zelf. Intakegesprekken met cliënten voerde ik soms onder een boom. Op een bepaald moment heb ik gezegd dat ik zou stoppen, omdat ik feitelijk werkte als psychiater en psycholoog, terwijl daar niet mijn bevoegdheden lagen. Uiteindelijk kreeg ik een ruimte in het gebouw van de Rijksdienst Caribisch Nederland en kwam er later ondersteuning van Nederlandse en lokale sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen. Na veel lobbyen is er ook een contract afgesloten met psychiaters uit St. Maarten, die St Eustatius en Saba konden bezoeken. Het was namelijk niet praktisch om psychiaters over te laten vliegen uit Curaçao en Bonaire. Wat er nu staat, is dus het resultaat van een jarenlange strijd over alles, zelfs het logo.''

 

Helpen

"Mijn dochter vroeg een keer waarom ik geen eigen bedrijf begon, zodat ik geld zou kunnen verdienen. Maar je krijgt de meeste rijkdom door het helpen van mensen. Iemand uit de goot halen en zien dat die persoon weer opbloeit. Dat kun je met geen geld vervangen. Mijn hele leven staat dus in het teken van het helpen van anderen. Het blijft noodzakelijk om kwantitatief en kwalitatief onderzoek te doen naar de psychiatrische problematiek onder de bevolking op St. Eustatius, Saba en Bonaire. Als oprichter en voorzitter van stichting The Quill pleit ik daar al drie jaar voor. Als ik met jongeren spreek, dan merk ik dat er aandacht nodig is op sociaal en pedagogisch gebied. Cliënten worden nu wel behandeld, maar er is nog steeds geen goede inhoudelijke en kwalitatieve data over wat er aan de hand is in onze samenleving. We kijken niet naar de oorzaken van de problematiek."

 

Inspiratie

"Veel mensen schamen zich voor hun afkomst, maar waarom zou ik me schamen? Mijn achtergrond is mijn kracht. Als ik niet in armoede was opgegroeid, dan had ik nu een heel andere positie in het leven. Mijn oorsprong is het fundament dat ik waardeer en koester. Dat gaat verder terug dan mijn jeugd op St. Eustatius. Ik doe veel onderzoek naar mijn Afrikaanse voorouders en hoe we in de huidige situatie zijn gekomen. Eigenlijk verandert er weinig. Er zijn tegenwoordig wel zwarte acteurs en politici, maar we hebben niets in eigendom. Met mijn werk binnen de vakbeweging en politiek probeer ik daar iets aan te doen. Ik heb het Europees Anti Racisme Netwerk opgericht dat gevallen van racisme en uitsluiting analyseert en publiceert. Samen met organisaties in Engeland, de Verenigde Staten en Frankrijk strijd ik voor herstelbetalingen voor de slavernij.''

 

Dankbaar

"Mijn moeder heeft me geïnspireerd en de kracht gegeven om verder te kijken. Ze was afkomstig van het Britse eiland St. Kitts, die net als de andere Britse eilanden weinig hebben, maar wel onafhankelijk zijn. De inwoners hebben een sterk historisch besef en zijn vooruitstrevend en actief. Inwoners van de andere eilanden zijn vaak passief en afwachtend in hun denken en doen. Ik heb mijn moeder wel eens gevraagd waarom ze op haar knieën bij rijke witte mensen thuis de tegels boende. Ze zei: 'Luister Kenneth. Het gaat niet om wat ik doe, belangrijker is waarvoor ik het doe. Ik doe het om jou een betere toekomst te geven.' Als kind kon ik door omstandigheden niet naar school, maar ook toen wist ik al dat ik mezelf moest ontwikkelen, zodat ik mijn mensen op St. Eustatius kon helpen.''

 

Advies

"Alles begint met een positief zelfbeeld. Het inferioriteitscomplex dat veel van onze mensen hebben, moet doorbroken worden. Daarom is het goed als er rolmodellen zijn, waar mensen zich echt in kunnen herkennen. Het is ook belangrijk om jongeren te betrekken bij de ontwikkeling van de samenleving. Niet over jongeren praten, maar met hen. Dan voelen ze dat het belangrijk is wat ze zien, wat ze voelen en wat ze willen. Het stimuleert hun zelfbewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel.''