kop

Wat zijn eilandelijke taken?

Indeling in taken 

Voor het inzicht in de taken zijn we uitgegaan van de taken die de eilanden wettelijk verplicht zijn uit te voeren en de taken die ze in de praktijk doen. De basis voor de inventarisatie van taken zijn gesprekken met departementen, gesprekken met de eilanden en een analyse van regelgeving en begrotingen. Ook zijn de overzichten van de taakverdeling, zoals vastgesteld tijdens de bestuurlijk overleggen najaar 2009 (bestuurlijk overleg rijk, Sint Eustatius en Saba) en voorjaar 2010 (rijk en Bonaire) meegenomen. Het resultaat van deze inventarisatie is een indeling in 43 taken plus de algemeen besteedbare middelen. Bijlage 1 geeft een overzicht van deze taken. Het onderzoek hebben we uitgevoerd op het niveau van de taken.

De taken en de algemeen besteedbare middelen zijn geclusterd in 13 beleidsvelden. De beleidsvelden zijn weer gebundeld in drie domeinen; het fysieke domein, het sociale domein en de eilandsbrede taken. In tabel 1 zijn de beleidsvelden en de clustering weergegeven.

 

Beleidsvelden en domeinen

 

Fysiek domein

  • Nutsbedrijven en andere individuele diensten
  • Mobiliteit
  • Beheer openbare ruimte
  • Ruimtelijke ordening
  • Toezicht, handhaving en veiligheid

 

Sociaal domein

  • Armoedebestrijding, werk en economische zaken
  • Maatschappelijke ondersteuning, welzijn en zorg
  • Onderwijs
  • Cultuur, sport en cultureel erfgoed

 

Eilandsbrede taken

  • Burgerzaken
  • Bestuur
  • Bedrijfsvoering
  • Algemeen besteedbare middelen

 

Welke kosten van eilandelijke taken vallen onder de vrije uitkering?

 

Vrije uitkering

De vrije uitkering heeft betrekking op structurele lasten van eilandelijke taken die niet door een bijzondere uitkering of taakgebonden inkomsten worden bekostigd. Hieronder worden deze aspecten toegelicht.

 

Structurele lasten

De vrije uitkering heeft betrekking op de exploitatielasten en de kapitaallasten van de eilandelijke taken. Het inhalen van achterstallig onderhoud valt buiten de vrije uitkering.

Op de eilanden is veel achterstallig onderhoud dat incidentele middelen vergt. Daarnaast zijn er nog diverse andere inhaalslagen, bijvoorbeeld om te voldoen aan nieuwe wetgeving. Deze inhaalslagen berekenen wij niet bij de vrije uitkering. Wel benoemen wij deze incidentele middelen. We delen de incidentele kosten in, in fysieke investeringen en kennis en ontwikkeling en geven de relatie met de structurele lasten. Alleen de structurele lasten nemen we mee bij de vrije uitkering.

 

Bijzondere uitkeringen

Voor enkele taken zijn er bijzondere uitkeringen, vergelijkbaar met wat voor gemeenten specifieke uitkeringen of doeluitkeringen heet. De taken bekostigd uit bijzondere uitkeringen nemen we wel mee in de inventarisatie van eilandelijke taken, maar nemen we niet mee bij de berekening van de vrije uitkering, behalve als de bijzondere uitkering niet voldoende is voor de structurele kosten. Bij de meeste bijzondere uitkeringen gaat het om een deel van de taak, zoals bij leerplicht. Voor leerplicht is er een bijzondere uitkering voor het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC), maar niet voor de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar wordt daarom in de berekening van de vrije uitkering meegenomen.

Het deel van de taken dat niet via een bijzondere uitkering wordt bekostigd wordt meegenomen bij de berekening van de vrije uitkering.

 

Taakgebonden inkomsten

Voor een aantal taken is er een bijdrage van gebruikers; dit zijn de taakgebonden inkomsten. Bij deze inkomsten gaat het om het betalen van een prijs voor een dienst (zoals afval ophalen of een sportveld) of product (bijvoorbeeld een paspoort). De bijdrage kan kostendekkend zijn of een deel van de kosten bevatten. Belastingen zijn niet gekoppeld aan een dienst of product en zijn daarmee geen taakgebonden inkomsten, maar algemeen besteedbare middelen. Deze middelen zijn in beleidsveld 13 opgenomen.

Het hoort expliciet niet tot de opdracht van dit onderzoek naar een referentiekader om een uitspraak te doen of een taak dient te worden bekostigd uit de vrije uitkering of eigen inkomsten. Wij gaan daarom zoveel mogelijk uit van de huidige stand van zaken qua taakgebonden inkomsten. Dat wil zeggen dat bij taken waarvoor een bijdrage wordt gevraagd gerekend is met ‘genormeerde’ bijdragen. De referentiekosten min deze bijdrage worden in de vrije uitkering opgenomen.

Bij het berekenen van ‘genormeerde bijdragen’ gaan we ervan uit dat taken die nu kostendekkende tarieven hebben, dat in de toekomst ook hebben. Bij een aantal taken is echter bekend dat er veranderingen zullen zijn. Deze veranderingen kunnen ertoe leiden dat de tarieven niet meer kostendekkend zijn. Dit hebben we veelal PM opgenomen, omdat hierover eerste bestuurlijke besluitvorming plaats dient te vinden.

Bij het berekenen van ‘genormeerde bijdragen’ voor taken waar gebruikers in Caribisch Nederland nu reeds een niet-kostendekkende bijdrage leveren gaan we uit van standaardpercentages. Deze percentages zijn: 10%, 25% of 50% gezet. Dit staat voor een geringe bijdrage, een beperkte bijdrage of een substantiële bijdrage. Wie de bijdrage levert kan verschillen: het kunnen inwoners zijn, toeristen, bedrijven of fondsen. Een dergelijke ‘genormeerde bijdrage’ nemen we ook mee als de taak met Europees Nederland wordt vergeleken en daar een bijdrage gebruikelijk is.

 

Taken buiten de vrije uitkering

Er zijn enkele deeltaken die we niet hebben meegenomen in de berekening van de vrije uitkering, omdat de kosten dusdanig specifiek zijn dat het berekenen van referentiekosten niet goed mogelijk is. Het gaat dan bijvoorbeeld om een deel van de kapitaallasten bij de luchthavens. De deeltaken waarvoor dit het geval is zijn telkens benoemd.

Het betreft nergens volledige taken; er zijn dus geen taken volledig buiten beschouwing gelaten.

MEER info Methode referentiekosten