Nederland telt meer dan 150.000 inwoners met wortels in Curaçao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Duizenden hiervan zijn op hun eigen manier succesvol. Stichting Ocan plaatst dit jaar elk week één van hen in de Spotlight. Deze week de Curaçaose advocaat Bianca Rafaela, sinds 2012 eigenaar van Advocatenkantoor Rafaela.
"Mijn vader is Curaçaoënaar, mijn moeder Nederlands en ik ben geboren in Nederland, maar ik woonde van mijn vierde tot mijn veertiende op Curaçao. Een kleine herinnering is dat er op de kleuterschool Papiaments werd gesproken, zodat ik het ook leerde. Als advocaat heb ik daar nog steeds profijt van. Het was nooit een bewuste keuze, maar veel van mijn cliënten zijn Papiamentstalig. Ze kunnen hun ei bij mij kwijt, omdat ik de taal spreek. Ik kan hun gevoelens vertalen naar de rechter in Nederland, want vaak is er weinig begrip voor de Antilliaanse cultuur. Het werkt naar twee kanten. Een voorbeeld is een ruzie, waarbij een kind een klap krijgt en vervolgens die ander helemaal in elkaar slaat. Aan de ouders leg ik uit dat het zo niet werkt in Nederland. Je mag hier geen eigen rechter spelen. Aan de rechter leg ik uit, dat ouders vinden dat kinderen voor zichzelf moeten opkomen. Wat ik ook veel tegen kom zijn bezwaartermijnen die zijn verstreken. Cliënten hebben allerlei argumenten en excuses waarom ze een bezwaar te laat indienen. Ik maak dan duidelijk dat het in Nederland echt binnen de geldende termijn moet.''
Obstakel
"Mijn rechtenstudie haalde ik in één keer, maar daarvoor had ik nooit goede cijfers. Ik zakte de eerste keer voor de havo. Ik kon wel studeren, maar het lukte niet. Ik wilde niets anders dan rechten studeren. Na het behalen van mijn havo-diploma koos ik de HBO-studie Management, Economie en Recht. Ik wilde het afronden in vier jaar en dan naar de universiteit. Ik haalde de hoogste cijfers voor rechten, maar mijn motivatie verdween toen er minder aandacht was voor dat vak. Ik ging alleen naar colleges die verplicht waren. Ik ging pas mijn best doen, nadat ik hoorde dat de propedeuse voldoende was om naar de universiteit te gaan. De universiteit was geweldig. Wel moest ik de eerste twee jaar met een woordenboek naast me leren. Ondanks mijn Nederlandse moeder had ik toch een taalachterstand. Maar ik had een leuke werkgroep en ik sloeg geen college over. Ik heb het in een keer gehaald, omdat ik het echt leuk vond.''
Helpen
"Niet iedereen begrijpt waarom ik advocaat wil zijn. Vaak worden mijn cliënten verdacht van een strafbaar feit. Het zijn geen slachtoffers maar daders. En vaak zijn het kinderen, want ik doe veel jeugdzaken. Als advocaat geef ik juridische hulp en probeer ik hun zaak zo goed mogelijk te doen. Er moet voldoende bewijs zijn voor een veroordeling. Maar ik wil ook de persoon achter die dader helpen. Een gevangenisstraf is niet altijd een oplossing. Ik kan ook met meer helpen, omdat mijn specialisatie algemene praktijk is. Wie in aanraking komt met justitie, heeft vaak meer dan een probleem. Ze raken hun werk kwijt, kunnen hun huur niet betalen, er zijn misschien problemen met een partner en kinderen, er speelt een schuldsanering. Daarvoor hoeven ze niet naar een andere advocaat, maar kunnen ze bij mij blijven.''
Inspiratie
"Enige tijd geleden had ik een reünie van mijn middelbare school in Nederland. Of ik advocaat was geworden, was de eerste vraag. Als kind wilde ik al advocaat worden. Ik weet niet precies waarom. Er zijn geen advocaten in mijn familie. Maar ik vind het fantastisch om mensen te helpen, ook al zijn ze niet altijd dankbaar. Ik geniet daar zo veel van, dat ik het eigenlijk niet eens als werk zie. Het is bovendien ook spannend en onvoorspelbaar. Ik kan een planning maken voor vandaag, maar opeens een telefoontje krijgen, dat ik naar het politiebureau moet voor een cliënt.''
Dankbaar
"Ik ben altijd erg op mezelf geweest. Niemand in mijn familie deed een universitaire studie. Ze begrepen niet waarom ik zo graag advocaat wilde worden. Ik had dus niet echt een voorbeeld, al begreep mijn vader uiteindelijk wel wat ik van plan was. Ik kon hem altijd bellen voor steun. Verder ben ik wel mijn eerste patroon dankbaar. Na je studie ben je advocaat-stagiair en heb je een patroon nodig om advocaat te worden. Hij heeft me die kans gegeven. Verder ben ik blij met mijn man. We doen veel samen, zowel privé als zakelijk. De verbouwing van mijn kantoor deed hij met een paar vrienden. Het computernetwerk verzorgt hij. We hebben echt samen iets opgebouwd.''
Advies
"Het is me altijd afgeraden om op een hoger niveau te studeren. Ik kreeg het advies om niet naar het HBO te gaan en op het HBO werd gezegd dat ik beter niet naar de universiteit kon gaan. Toen ik advocaat was, werd me afgeraden om een eigen praktijk te beginnen. Het was namelijk midden in de crisis. Ik heb nooit naar die adviezen geluisterd. Ik kende mezelf en wist precies wat ik wilde. Dat is dus ook mijn belangrijkste advies aan anderen. Uiteindelijk ken je jezelf het beste. Een ander kan geen keuzes voor je maken.''
Stichting Ocan ondersteunt Caribische Nederlanders bij het bereiken van hun individuele en gedeelde ambities en doelstellingen. ocan.nl. Volg ons ook op Facebook en Twitter.