7 februari 2022 | John Samson
DEN HAAG – De nieuwe staatssecretaris van Koninkrijksrelaties begint deze week met haar officiële kennismaking met de Caribische eilanden. Alexandra van Huffelen (D66) wil op de eilanden vooral ‘goed luisteren’. Lukt het haar wel om met ze te gaan samenwerken?
Afgelopen vrijdag, bij de eerste Rijksministerraad met Van Huffelen, waren vooral blije en ontspannen gezichten te zien bij de regeringsvertegenwoordigers van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. Dat was in de afgelopen maanden heel anders toen de irritaties groot werden over de miljoenen aan coronasteun voor de eilanden.
Ze krijgt met Koninkrijksrelaties opnieuw een zwaar dossier. Tot voor kort moest Van Huffelen snel oplossingen zien te vinden voor de compensatie van tienduizenden ouders in het toeslagenschandaal. De belastingdienst discrimineerde en zag ouders onterecht als ‘fraudeur’, waardoor ze ongekend hard afgestraft werden door hun eigen overheid.
Van Huffelen wilde een luisterend oor bieden aan de ouders. Met de eilanden is ze dat ook van plan. “Iedereen mag verwachten dat ik een open oor zal hebben voor alles wat goed gaat en zeker ook waar er problemen zijn”, aldus de bewindsvrouw.
‘Een nieuwe kans voor de relatie met Nederland’
Donderdag stapt Van Huffelen in het vliegtuig richting Curaçao; precies een maand nadat ze staatssecretaris is geworden. Haar bezoek zou ‘een charmeoffensief’ zijn na de verstoorde relatie met haar voorganger Knops (CDA), klinkt het vanuit de Caribische politiek.
In politiek Den Haag kijkt men daar anders naar. Ook Van Huffelen zelf ziet haar bezoek aan alle zes eilanden als iets wat noodzakelijk is om het werk te kunnen doen. “Ik ben me aan het inburgeren”, vertelt ze. Ze wil de cultuur beter leren kennen en de verschillen tussen de eilanden. “Ik ben de podcast over klimaat ook aan het beluisteren als onderdeel van de inburgering”, voegt ze eraan toe.
Niet alleen grote problemen zoals klimaat en energie komen deze week aan bod. Ook armoede, werkloosheid, onderwijs, hoe de Venezolaanse vluchtelingen worden behandeld en de Nederlandse coronasteun.
Van Huffelen zegt haar ‘uiterste best te willen doen’, wil ‘intensief samenwerken’ in ‘gelijkwaardigheid’ en ‘vertrouwen’. Het zijn allemaal bekend klinkende woorden die zij afgelopen vrijdag in de mond nam.
Waar kennen we dit ook alweer van?
Haar voorgangers Raymond Knops (CDA), Ronald Plasterk (PvdA), Ank Bijleveld-Schouten (CDA) en Thom de Graaf (D66) – nu vicepresident bij de Raad van State zeiden dat ook. Ook zij gingen zo snel mogelijk naar de eilanden toen ze bewindspersoon werden. Allemaal in het begin met blije gezichten, om tegen het einde van de regeerperiode met chagrijn terug te kijken op de politieke relatie met de eilanden.
De vraag is of het haar lukt om samen met de eilanden, te voorkomen dat het weer uitloopt tot ruzie. In de regeringsgebouwen van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten klinkt het verwijt dat Den Haag grote beslissingen voor de eilanden neemt, “zonder erbij te stil te staan hoe de eilanden dit thuis aan de kiezer moeten verkopen”.
‘Eilanden zijn weinig proactief’
Op het Binnenhof klinkt ook de kritiek dat de Caribische eilanden verder weinig proactief zijn. Achter de schermen is een veelgehoord verwijt dat de eilanden “als de kippen bij zijn om te klagen over Nederland, maar zelf weinig met concrete plannen, wetsvoorstellen of amendementen komen. Ze moeten niet steeds blijven afwachten, maar zelf meer investeren in een goede relatie met Den Haag.”
Verwijten over en weer
Vanuit de verschillende kabinetten in Nederland, klonk steeds het verwijt dat de eilanden hun afspraken ‘te vaak’ niet nakwamen. Maar dat is precies hetzelfde verwijt wat de eilanden richting Nederland hadden, met name richting oud-staatssecretaris Knops (CDA).
“Je komt tot afspraken en dan hoor je ineens, een week voor de Rijksministerraad, dat Nederland met extra voorwaarden komt”, aldus regeringsvertegenwoordiger Guillfred Besaril (MEP) van Aruba.
Nieuwe staatssecretaris, nieuwe verhoudingen? Daar is Besaril niet meteen van overtuigd. “Wij hebben een vriendelijke waarschuwing gegeven”, vertelt hij. “De Nederlandse ambtenaren die de dossiers voorbereiden, die blijven op hun plek. Hun manier van denken, dat blijft.”
‘Het nieuwe kabinet wil ons begrijpen’
“De framing vanuit Nederland was een tijd lang dat er geen politieke wil zou zijn vanuit onze kant”, vertelt regeringsvertegenwoordiger René Violenus (NA) van Sint-Maarten. “Dat is niet waar. Waar Nederland 49 ambtenaren heeft om op een dossier te zitten, moeten wij dat doen met één ambtenaar.”
De staatssecretaris wil ‘samenwerken, op basis van gelijkwaardigheid’. Of dat de komende jaren ook gaat gebeuren? “De tijd zal het leren”, reageert Violenus. “Ik heb de overtuiging dat zij oprecht is. Met dit nieuwe kabinet merk ik dat ze onze kant willen begrijpen. Er is een wil om er samen uit te komen.”
Dat beaamt regeringsvertegenwoordiger Carlson Manuel (MFK) van Curaçao. “Maar dan is het belangrijk dat we dit ook echt samen doen. Het is me erg bevallen dat iedereen op een heel open manier met elkaar wil praten. Er is een nieuw scenario, met veel nieuwe mensen en in een goede sfeer.”