- Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 14 jaren, 9 maanden geleden door
.
- Berichten
Omwisselscenario op hoofdlijnen
Omwisselscenario op hoofdlijnen
Op 10 oktober 2010 worden Curaçao en Sint Maarten een apart land binnen het Koninkrijk en houdt het land de Nederlandse Antillen op te bestaan. Vanaf die datum worden de Antilliaanse eilanden Bonaire, St Eustatius en Saba (BES) een openbaar lichaam van Nederland.
Vanaf 1 januari 2011 zal de US-dollar als wettig betaalmiddel op de BES gaan fungeren. Gelijktijdig wordt De Nederlandsche Bank (DNB) verantwoordelijk worden voor de goede werking van het betalingsverkeer op de BES.
DNB is tevens verantwoordelijk voor de beschrijving en het bewaken van de voortgang van het omwisselscenario van de huidige Antilliaanse gulden (NAf) naar de US dollar (USD). Dit omwisselscenario wordt hieronder op hoofdlijnen beschreven. In een latere fase wordt in overleg met relevante stakeholders het scenario verder verfijnd.
ALGEMEEN
Het cruciale moment voor de omwisseling is zaterdag 1 januari 2011 om 00.00 uur. Vanaf dat moment wordt de USD wettig betaalmiddel op de BES. Het chartale betalingsverkeer in toenemende mate en het girale betalingsverkeer onmiddellijk en in zijn geheel, zal plaats gaan vinden in USD. Tegoeden luidende in NAf’s worden in principe van rechtswege omgezet in USD. De NAF houdt op 1 februari 2011 om 00.00 uur op wettig betaalmiddel te zijn op de BES. Dit is het einde van de chartale duale periode waarin met beide valuta betaald kan worden. De omwisselkoers luidt USD 1,00 = NAf 1,790.
Het scenario beschrijft de wijze waarop dit zo soepel mogelijk kan gaan plaatsvinden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de chartale omwisseling en girale omwisseling.
Het omwisselscenario voor de BES vertoont overeenkomsten met het scenario voor de Euro omwisseling in Nederland doch ook vele verschillen. Het voornaamste verschil is de omvang. Het aantal inwoners, banken, bedrijven, kassapunten etc. op de BES is aanzienlijk geringer. Dit impliceert dat de specifieke ervaring op sommige terreinen gemiddeld genomen geringer kan zijn en dat partijen over minder menskracht beschikken om problemen op te lossen. Daar naast vormen de geografische aspecten (zoals de grote onderlinge afstanden) een complicerende factor. Nieuw bij deze omwisseling is dat zowel de chartale als de girale omwisseling volledig op hetzelfde tijdstip zal plaatsvinden. Waar de Nederlandse gulden na 28 januari 2002 zijn status van wettig betaalmiddel verloor en niet langer in het betalingsverkeer voorkwam zal de Antilliaanse gulden de status van wettig betaalmiddel voor Curaçao en Sint Maarten behouden.
Het omwisselscenario is van belang voor alle stakeholders. Iedere partij is verantwoordelijk voor de voorbereiding, testen en uitvoering van zijn taken en draagt daarvan zelf de kosten. DNB zal daar waar nodig en relevant met de haar ten dienste staande middelen deze activiteiten volgen, stimuleren en monitoren.
Uitgangspunt van het scenario zijn de besluiten zoals die op dit moment bekend zijn. Eerst na wijziging van een besluit zal het scenario daaraan worden aangepast. Theoretisch of verwachte wijzigingen zullen onderdeel zijn van de nader op te stellen risico analyse.
CHARTALE OMWISSELING
De kern van het chartale scenario is dat de omwisseling van NAf naar USD zo snel mogelijk gaat plaatsvinden en dat de periode dat de NAf massaal in het contante betalingsverkeer wordt gebruikt bij voorkeur substantieel korter is dan 1 maand. Daartoe zullen banken vanaf 1 januari, zowel via de gea’s als via de balie uitsluitend USD uitgeven. Aan winkeliers wordt gevraagd wisselgeld uitsluiten in USD terug te geven. Aan burgers wordt gevraagd om na 1 januari zoveel mogelijk eerst met nog in hun portemonnee aanwezige NAf’s te betalen en het gebruik van twee valuta’s in één betaaltransactie te vermijden. Grotere hoeveelheden NAf biljetten en munten dienen via de banken verwisseld te worden. Betalingen in NAf’s blijven tot en met 31 januari 2011 mogelijk. Cheques zullen vanaf 1 januari 2011 worden uitbetaald in USD ook al zijn ze uitgeschreven in NAf’s.
Met banken dient overlegd te worden op welke wijze de uitgifte van USD via de gea’s en via de balies, tijdens en na de omwisselingsperiode ongestoord en in voldoende mate kan geschieden. Speciale aandacht daarbij verdient het voorradig zijn voldoende lagere biljet coupures en voldoende munten. Met marktpartijen dient overlegd te worden op welke wijze het kunnen teruggeven van wisselgeld in USD kan worden gewaarborgd. Aandachtspunt daarbij is dat het afstorten van NAf’s soepel kan verlopen.
Daarnaast wordt getracht de circulatie aan chartale NAf’s in de maanden vóór 1.1.11 te beperken ten einde de omwisseling naar omvang te vergemakkelijken. Daarbij kan onder andere worden gedacht aan acties om burgers te bewegen hun chartale spaargeld op hun rekening te laten storten.
Onderdeel van het chartale scenario is dat gezorgd dient te worden dat op 31 december 2010 voldoende USD biljetten en munten op de BES aanwezig zijn om de omwisseling te kunnen starten. Tevens dient voor 1 januari 2011 verzekerd te zijn dat voor de gehele omwisselperiode voldoende USD biljetten en munten voor handen zullen zijn.
Na afloop van de duale periode zullen burgers tot een nader te bepalen datum bij banken op de BES hun NAf’s gratis kunnen omwisselen tegen USD. Na de datum mogen banken bij omwisselen van NAf’s het normale tarief voor vreemde valuta transacties in rekening brengen.
Op het raakvlak van het chartale en girale scenario bevinden zich de noodzakelijke aanpassingen aan gea’s en bea’s. Beide zullen door de banken geschikt dienen te worden gemaakt zodat vanaf 1 januari 2011 gea’s uitsluitend USD biljetten uitgeven en bea’s uitsluitend betalingen in USD verwerken. Hiertoe zal met de relevante stakeholders overleg worden gevoerd.
3. GIRALE OMWISSELING
Het girale omwisselscenario geeft een schets van de werkzaamheden die er toe dienen dat op 1 januari 2011 om 00.00 uur girale tegoeden bij banken op de BES van rechtswege worden omgezet van NAf in USD. Tegelijkertijd gaat ook het girale betalingsverkeer op de BES-eilanden over op de USD.
Kort gezegd ziet het girale betalingsverkeer er vanaf 1 januari 2011 als volgt uit:
klanten leveren betaalopdrachten aan die luiden in USD ten laste van hun betaalrekening luidend in USD;
banken verwerken deze opdrachten;
crediteuren ontvangen USD op hun USD betaalrekeningen.
Om dit scenario mogelijk te maken moeten banken, zakelijke gebruikers en particulieren hun girale betalingsverkeer aanpassen.
Banken zijn tijdig gereed voor de omzetting van tegoeden in USD en de overgang van het girale betalingsverkeer van NAf naar USD. Hiertoe onderneemt zij de volgende stappen. Elke bank op de BES:
stelt een analyse van de impact van de omwisseling op,
stelt een plan van aanpak omwisseling op,
stelt een testplan en een conversieplan op,
rapporteert aan en bespreekt met DNB de analyse en de plannen ad 1, 2, 3. De voortgang van de implementatie van de plannen wordt periodiek met DNB besproken.
is medio 2010 klaar om te starten met testen en met communicatie naar consumenten,
heeft ruim voor 2011 testen afgerond en daar uit voortvloeiende problemen opgelost,
voert de feitelijke omwisseling uit op 1 januari 2011om 00.00 uur,
lost eventuele resterende problemen na 1 januari 2011 zo spoedig mogelijk op.
Zakelijke gebruikers ondernemen de volgende stappen. Zakelijke gebruikers:
stellen een impact analyse en een plan van aanpak op voor de aanpassing van hun betalingsverkeer aan de komst van de USD,
bespreken periodiek de voortgang van de voorbereidingen op de overgang met DNB,
testen de aanpassingen in hun betalingsverkeer ruim voor 2011.
Particulieren worden geïnformeerd over de komst van de USD en de gevolgen daarvan voor hun bancaire tegoeden alsmede voor het girale betalingsverkeer.
4. COMMUNICATIE PLAN
Een essentiële rol in het tot een succesvolle omwisseling komen wordt gespeeld door de voorlichting richting alle stakeholders. Daartoe zal na overleg met de verantwoordelijke overheidsdiensten als onderdeel van het omwisselscenario en in overleg met deskundigen en stakeholders een communicatie plan worden opgesteld. Belangrijk daarbij is dat de voorlichting helder en duidelijk is en dat aanpassingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Bij de communicatie wordt gebruik gemaakt van de voor de BES meest doeltreffende media. De stakeholders zullen overigens zelf verantwoordelijke blijven voor de communicatie richting hun eigen ‘klanten’.
- Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.