kop

Caribische archeologie

Als het gaat om de archeologie van het Caribisch gebied is de Universiteit van Leiden een van de grootste en belangrijkste. Het onderzoek daar richt zich met name op de prehistorische Cariben. De oudste resten dateren van 6.000 jaar geleden en geven een beeld van een rijke, gecompliceerde samenleving.

'In de Caribische archeologie is vooral de prehistorische periode interessant,' vertelt Corinne Hofman, hoogleraar Caribische archeologie aan de Universiteit van Leiden. 'De aandacht gaat meestal uit naar de geschiedenis van slavernij maar ook de periode daarvoor, toen indianen het eiland bevolkten, is enorm interressant, we hebben sporen gevonden van 6000 jaar oud.' Hout voor kano’s
De oudste sporen op de Antillen zijn van 4000 jaar geleden en werden gevonden op Saba. 'Op Plum Peace, een archeologische vindplaats, hebben we een stuk of dertig schelpbijlen gevonden waarmee de Indianen bomen omhakten om kano’s te maken,' vertelt professor Carinne Hofman van de Universiteit van Leiden. 'We weten zeker dat het bijlen waren omdat we er houtsporen op hebben gevonden.'

Het hout voor de kano’s was moeilijk te vinden maar was wel aanwezig in het tropisch nevelwoud op Saba. 'Kano’s waren in het Caribisch gebied van wezenlijk belang want de zee fungeerde als een soort snelweg. De indianen voeren van eiland naar eiland om handel te drijven of goederen te vinden.'

Snuifpijpje

Het meest bijzondere object dat de Leidse archeologen hebben gevonden, is een snuifpijpje. 'We hebben het zo’n 20 jaar geleden gevonden,' vertelt Hofman. 'De indianen gebruiken het om een hallucinerend middelen te snuiven. Het doel was om zo in contact te komen met hun goden. We weten dat omdat het pijpje de vorm heeft van een vis. Als het alleen gebruikt zou zijn voor een verslaving zouden ze het waarschijnlijk niet bewerkt hebben.'

De Leidse Universiteit wil zich in de toekomst richten op een nog beter begrip van vroegste geschiedenis van de eilanden en educatie. Ook is de universiteit bezig met het opleiden van lokale bevolking zodat zij ook een bijdrage kunnen leveren aan het onderzoek naar hun eigen geschiedenis.

bron: RNW (tekstcorrectie BBBredactie)