kop

Gilbert Isabella nieuwe Rijksvertegenwoordiger Caribisch Nederland

 

Auteur: Leo Mudde – 15/08/2014


Gilbert Isabella wordt de nieuwe Rijksvertegenwoordiger in Caribisch Nederland. Een gespreid bedje hoeft hij niet te verwachten. De eilanden kijken kritisch naar alles wat uit Europees Nederland komt. Maar hij ziet zichzelf niet als marionet van Den Haag. Hij laat zich graag uitdagen en wil vooral luisteren naar de lokale bevolking. 

Rijksvertegenwoordiger. Het woord roept niet bij iedereen in Caribisch Nederland warme gevoelens op. De eerste was Henk Kamp, de huidige minister van Economische zaken, die in 2009 de weg moest bereiden voor de nieuwe status van Bonaire, Sint Eustatius en Bonaire, die in oktober 2010 ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland werden. Kamp, zo was het oordeel op de eilanden, was weliswaar kundig en daadkrachtig, maar ook afstandelijk en had weinig gevoel voor de lokale gevoeligheden. Zijn opvolger was Wilbert Stolte, die al snel na zijn aantreden in mei 2011 de verdenking van al te nauwe banden met corrupte politici op zich laadde. Een kwalijke reuk die hij niet kon afschudden. Na drie jaar legde hij zijn functie neer. 
En nu staat de derde Rijksvertegenwoordiger op de stoep: Gilbert Isabella, de huidige fractievoorzitter van de PvdA in de Utrechtse gemeenteraad en in de vorige raadsperiode wethouder in de Domstad. Vanaf 1 september is hij de trait d’union tussen de bestuurders en bewoners van Caribisch Nederland en Den Haag.
Ook hem wacht een kritisch publiek. Op Sint Eustatius wordt gemord over zijn ‘politieke benoeming’ door Isabella’s partijgenoot BZK-minister Ronald Plasterk. De eilandsraad nam unaniem een motie aan waarin staat dat hij geen enkel vertrouwen heeft in Isabella, wiens bestuurlijke ervaring tekort zou schieten. Bovendien zou hij de eilanden helemaal niet kennen. 
Isabella is kritiek gewend, die kreeg hij ook als wethouder. Maar hij gaat, zegt hij blijmoedig, enthousiast aan de slag. Het is een droombaan die onverwacht op zijn weg kwam en waar hij gewoon geen nee tegen kón zeggen. ‘Ik kijk niet naar mijn voorgangers. Ik laat me op de eilanden graag uitdagen door mijn gesprekspartners. Er zal een nieuwe chemie ontstaan. Wie wil er nou niet dat er iemand eerst serieus komt luisteren en dan stappen zet? Dat komt vast goed, óók op Sint Eustatius, daar ben ik van overtuigd. We gaan er samen de schouders onder zetten.’

Benoeming
En de benoeming een één-tweetje met partijgenoot Plasterk? ‘Mijn voordracht komt van een onafhankelijke commissie en de Tweede Kamer is vooraf over de procedure geïnformeerd.’ En dat hij de eilanden niet zou kennen: ‘Ik ben op alle drie de eilanden geweest. Een tijdje geleden, dat wel. Ik wil ze graag nog beter leren kennen.’
Op z’n Utrechts, als het aan hem ligt. Daar ging hij als wethouder als het even kon op de fiets de wijken in, benaderbaar voor iedereen die hem wilde spreken. ‘Die fiets, dat wordt lastig op de eilanden – vooral op Saba, dat is één grote berg. Maar ik ga me zeker niet opsluiten in mijn kantoor in Kralendijk, de hoofdstad van Bonaire. Ik zal vaak op pad zijn, ik wil uit de eerste hand horen wat er speelt.’

Dorps
Saba (2000 inwoners), Sint Eustatius (3800) en Bonaire (18.500) zijn niet vergelijkbaar met Utrecht (331.000). Zeker op de eerste twee eilanden kent iedereen elkaar, wordt het bestuur gedomineerd door enkele families en is de sociale controle groot. Dorps, eigenlijk. Isabella, lachend: ‘Utrecht wordt wel het dorp onder de grote steden genoemd, dus dat herken ik wel. Hoe denk je dat het in Utrecht is als je een wijk of een buurt bezoekt? Ik kom hier ook vaak bekenden tegen. Als ik dat dorpse vervelend zou vinden, had ik niet moeten solliciteren. Het heeft ook voordelen. Als ik iemand wil spreken, weet ik hem of haar zo te vinden. Ja, dan ga ik naar die persoon toe, ik zal hem niet bij mij op kantoor uitnodigen – hoewel men daar natuurlijk ook welkom is.’
Isabella kwam 53 jaar geleden op Curaçao ter wereld, maar is grootgebracht met boerenkool en spruitjes, in Nederland. Zijn kennis van het Papiamentu, dat op Bonaire naast het Nederlands wordt gesproken, is ‘meer dan roestig’, maar hij is vastbesloten de taal onder de knie te krijgen. En hij heeft zojuist een cursus zakelijk Engels afgerond. Op Sint Eustatius en Saba wordt vooral Engels gesproken. Taal, zegt hij, mag geen barrière zijn voor zijn gesprekken met de eilanders.

Isabella valt niet snel te betrappen op het gebruik van de term ‘BES-eilanden’. ‘Die suggereert dat de eilanden één blok vormen. Dat is niet zo, ze verschillen onderling enorm en hebben alle een eigen cultuur. Ook Sint Eustatius en Saba, die niet ver van elkaar liggen. Wat ze gemeen hebben, is dat ze in het Caribisch gebied liggen, daarom is de term Caribisch Nederland veel beter.’

Geen stroman
De Rijksvertegenwoordiger is een unieke figuur, zegt Isabella. Hij is in elk geval géén stroman van Den Haag. ‘Dat heeft Den Haag ook niet nodig. Alle ministeries hebben daar hun eigen mensen om de zaken te regelen, daar ga ik niet tussen zitten. Nee, ik sta straks met één been op de eilanden en met het andere in Den Haag. Ik ben er echt voor beide kanten.’
Dat klinkt als een spagaat, niet echt een benijdenswaardige positie. Maar zo mogen we het niet zien: ‘Ik bedoel ermee te zeggen dat ik voeling heb met beide kanten en, door af en toe mijn gewicht te verplaatsen, met beide kan meebewegen, van de één naar de ander springen als dat nodig is.’
Hij staat voor een ‘pittige opdracht’, zegt hij zelf. Pittig, omdat de verhoudingen ook nu nog, bijna vier jaar nadat de Nederlandse wet- en regelgeving ook voor die eilanden ging gelden, gevoelig zijn. Op 10 oktober 2010 (10-10-10) werden Curaçao en St. Maarten ‘landen’ binnen het Koninkrijk en de drie overige eilanden van de Nederlandse Antillen kregen de status van openbaar lichaam, met nagenoeg dezelfde staatkundige positie als de gemeenten. Daarbij is, volgens de eilanden, onvoldoende rekening gehouden met de plaatselijke situatie en cultuur. Met enige regelmaat waait een kritische wind de Atlantische Oceaan over, richting Europa. Over de toegenomen regeldruk, over de gestegen prijzen, over niet-ingeloste beloften op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. 
Isabella kent het somber stemmende rijtje: gezondheidsproblemen, werkloosheid, verslavingsproblematiek, het onderwijs, de bestuurscultuur, het milieu. ‘Vergeet de armoede niet’, vult hij aan. ‘Ik weet van de problemen, maar als je mij vraagt een rangorde aan te brengen dan doe ik dat niet. Ik wil eerst zelf zien en horen wat de aard en omvang is, ik ga niet alleen af op wat ik in de rapporten lees. Maar dat de zorgen groot zijn, is duidelijk.’

Ervaring
Bijzonder eigenlijk, beseft hij: ‘Als ik die onderwerpen zo hoor, zijn dat allemaal zaken waar ik ook in Utrecht en daarvoor in Dordrecht mee te maken heb gehad, als ambtenaar en als bestuurder. Verslavingszorg, sociale zaken, werkgelegenheidsbeleid, integratie en diversiteit, noem het of ik heb het wel op mijn bord gehad. Die ervaring neem ik mee als Rijksvertegenwoordiger.’
Dat hij in Dordrecht projectleider Antillenbeleid was en, samen met toenmalig burgemeester Ronald Bandell en wethouder Hans Spigt, van Dordrecht gidsstad maakte op dat gebied, zal ook helpen.

Luisteren, praten en handelen, daar zal het straks bij hem om draaien. Openstaan voor vragen en klachten. Een soort ombudsman-verbindingsfunctie, met dat verschil dat hij niet snel klaar zal staan met een oordeel. ‘Maar als ik zie dat iets wat in Den Haag is besloten, om welke reden dan ook niet goed landt op de eilanden, is het mijn taak dat in Den Haag aan te geven en samen naar een oplossing te zoeken. Andersom geldt het ook, als ik op de eilanden dingen signaleer waarvan ik vind dat Den Haag ze moet weten, dan pak ik dat ook op. Mijn boodschap aan de mensen op de eilanden is: gebruik mij en mijn netwerk, gebruik het feit dat ik rechtstreeks toegang heb tot de bewindslieden, daar ben ik voor aangesteld. Benut die kans.’
Dat dingen stroef gaan en nog wel een tijdje stroef zullen blijven gaan, realiseert Isabella zich. ‘Dan ga ik met het oliekannetje rond, aan beide kanten van de oceaan.’

Kennis aanboren
De eerste weken zijn al volgepland met een inwerkprogramma. Eerst twee weken Bonaire, dan twee weken op Sint Eustatius en Saba. Hij wil dan iedereen die ertoe doet, ontmoeten. Niet alleen bestuurders, ook de artsen, politiemensen en journalisten die de situatie als geen ander kennen. ‘Er is zo veel kennis op de eilanden, die wil ik aanboren.’
Ook, zegt Isabella, als het om het milieu gaat. Met Caribisch Nederland heeft ‘Den Haag’ er een grote verantwoordelijkheid bij gekregen: het behoud van het unieke koraal dat de eilanden omringt. Dat is van een andere orde dan de Hoge Veluwe. Isabella: ‘In de Cariben zijn de Nederlandse eilanden een voorbeeld voor de andere als het gaat om natuurbescherming. Dat laat onverlet dat de bedreigingen groot zijn. Ik weet dat Den Haag zich daarvan bewust is en er ook aan werkt, maar de echte kennis zit toch vooral op de eilanden zelf.’
Isabella heeft ooit zijn duikbrevet gehaald. Zijn nieuwe baan is een mooie aanleiding om daar het stof af te blazen. Niet voor niets noemt Bonaire, de standplaats van de Rijksvertegenwoordiger, zich trots Diver’s Paradise. ‘Voor de kust van Bonaire ligt Klein Bonaire, een onbewoond eiland met een prachtig strand. Ik heb daar gesnorkeld, onbeschrijfelijk mooi. In Nederland beseffen we onvoldoende hoeveel schoonheid we in handen hebben.’
leo mudde

KADER 1
Wie is Gilbert Isabella?

Geboren: 1961, Curaçao

Opleiding: 
-    HAVO – Schoonoord, Zeist
-    Sociale academie – De Horst, Driebergen
-    Pedagogiek – Universiteit Utrecht (vier jaar doctoraal, niet afgestudeerd)

Loopbaan:
-    Maatschappelijk werker en (jeugd)hulpverlener – politie Utrecht
-    Beleidsmedewerker en bestuursadviseur op diverse terreinen – gemeente Utrecht
-    Programmamanager re-integratie – UWV
-    Manager/adviseur sociale zekerheid en re-integratie – KPMG 
-    Programmaleider Antillenbeleid – gemeente Dordrecht
-    Gemeenteraadslid PvdA Utrecht
-    Programmamanager stedelijke economie Nicis Institute
-    Wethouder – gemeente Utrecht


KADER 2
Wat doet de Rijksvertegenwoordiger?

De Rijksvertegenwoordiger in Caribisch Nederland vormt ‘de oren en ogen’ voor de verschillende ministers in Nederland. Hij is er ook om de samenwerking tussen de rijksambtenaren op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te bevorderen, net zoals de samenwerking met de eilandsbesturen. Die besturen kunnen zich op hun beurt door de Rijksvertegenwoordiger laten bijpraten over zaken die zij voor de eilanden belangrijk vinden.
De Rijksvertegenwoordiger houdt ook toezicht op besluiten van de eilanden, bijvoorbeeld op personeelsbenoemingen en op de financiële vergoedingen van fracties in de Eilandsraad. 
Voor de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdt hij in de gaten of de openbare lichamen geen besluiten nemen die in strijd zijn met de wet of het algemeen belang. 
Bij calamiteiten kan de gezaghebber hem als tussenpersoon inschakelen bij een brand, een ramp of een crisis en vragen om militaire hulp. Ook de politie of de Koninklijke Marechaussee kan hem hierom vragen. Bij een ramp, crisis of calamiteit die meer dan een eiland raakt, kan de Rijksvertegenwoordiger aan de gezaghebbers aanwijzingen geven. Hij kan ook ingrijpen bij een noodtoestand. Verder let de Rijksvertegenwoordiger er op dat de rampen- en crisisplannen van de openbare lichamen op orde zijn.

Vindplaats: VNG Magazine 15, 15 augustus 2014, pagina 20 e.v.